Op 9 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die beroep had ingesteld tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie om geen uitstel van vertrek te verlenen op medische gronden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het BMA-advies, dat de minister had gebruikt om zijn besluit te onderbouwen, niet voldoende inzichtelijk en concludent was. De rechtbank oordeelde dat het door de behandelaar ingeschatte hoge suïciderisico niet adequaat was meegenomen in het BMA-advies. Eiser had eerder een asielaanvraag ingediend en had in het verleden tijdelijk uitstel van vertrek gekregen, maar de minister had in 2020 besloten om geen uitstel meer te verlenen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan de minister om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiser vastgesteld op €1750,-.