ECLI:NL:RBDHA:2024:20782
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M. Garabitian
- A. Drageljević
- Rechtspraak.nl
Beëindiging verblijfsrecht EU-onderdaan en belangenafweging bij verwijderingsmaatregel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 augustus 2024, wordt het beroep van twee Spaanse eisers tegen de beëindiging van hun verblijfsrecht in Nederland behandeld. De rechtbank beoordeelt het verzoek om een voorlopige voorziening en het beroep tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat hen opdraagt Nederland te verlaten. De eisers, die sinds 4 maart 2022 een bijstandsuitkering ontvangen, hebben geen rechtmatig verblijf kunnen aantonen, omdat zij in de tussenliggende periode niet ingeschreven stonden in de Basis Registratie Persoonsgegevens (BRP). De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft vastgesteld dat de eisers niet voldoen aan de vereisten voor duurzaam verblijfsrecht en dat hun beroep ongegrond is. De rechtbank maakt een belangenafweging en oordeelt dat het belang van de Nederlandse samenleving bij verwijdering zwaarder weegt dan het individuele belang van de eisers om in Nederland te blijven. De rechtbank wijst ook op de sterke banden van de eisers met Spanje en het ontbreken van bijzondere omstandigheden die hun terugkeer zouden bemoeilijken. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard, en de eisers krijgen geen griffierecht of proceskosten vergoed.