ECLI:NL:RBDHA:2024:20785
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf bij familie - beoordeling jongvolwassenenbeleid en afhankelijkheidsrelatie
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij haar vader te verblijven. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 30 november 2022, en het bezwaar van eiseres werd op 23 februari 2024 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 13 augustus 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
Eiseres, geboren in 1996 en van Syrische nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend voor een mvv met het verblijfsdoel 'verblijf bij familie'. De minister heeft de aanvraag afgewezen omdat er geen sprake zou zijn van familie- of gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. Eiseres valt niet onder het jongvolwassenenbeleid, omdat zij niet meer in gezinsverband met haar ouders leeft. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat eiseres niet onder het jongvolwassenenbeleid valt, aangezien zij stappen naar zelfstandigheid heeft gezet en niet langer feitelijk tot het gezin van haar ouders behoort.
De rechtbank heeft ook de argumenten van eiseres beoordeeld, waaronder de medische omstandigheden en de afhankelijkheidsrelatie met haar vader. De rechtbank concludeert dat er geen bijkomende elementen van afhankelijkheid zijn die uitstijgen boven het gebruikelijke, en dat de minister alle relevante feiten en omstandigheden in zijn beoordeling heeft betrokken. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wordt er geen proceskostenvergoeding toegekend.