ECLI:NL:RBDHA:2024:20790
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag wijziging verblijfsdoel verblijfsvergunning naar verblijf bij familie - beoordeling jongvolwassenenbeleid en artikel 8 EVRM
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 augustus 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor het wijzigen van het doel van haar verblijfsvergunning beoordeeld. Eiseres, een Indiase vrouw geboren in 1999, had eerder een verblijfsvergunning voor studie en later voor het zoeken naar werk. Op 22 juli 2022 diende zij een aanvraag in om haar verblijfsdoel te wijzigen naar verblijf bij haar moeder, die als referente fungeert. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, omdat er volgens de minister geen sprake was van gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat eiseres niet onder het jongvolwassenenbeleid valt, omdat zij niet meer tot het gezin van haar moeder behoort. Eiseres heeft in Nederland gewoond en gestudeerd zonder haar moeder en heeft in die periode zelfstandig voor zichzelf gezorgd. De rechtbank stelt vast dat er geen bijkomende elementen van afhankelijkheid zijn die een gezinsleven kunnen rechtvaardigen. Eiseres heeft ook geen gronden aangevoerd tegen de afwijzing van de minister met betrekking tot de afhankelijkheidsrelatie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.