ECLI:NL:RBDHA:2024:2119

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 februari 2024
Publicatiedatum
21 februari 2024
Zaaknummer
NL23.14783
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Ethiopische eiser met politieke overtuiging en activiteiten voor de Fano

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Ethiopische eiser die zijn asielaanvraag had ingediend op basis van politieke overtuigingen en activiteiten voor de Fano. De eiser, geboren in 1985, heeft eerder asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag werd niet in behandeling genomen. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank en een hoger beroep, diende hij op 7 januari 2022 een opvolgende asielaanvraag in, waarin hij stelde dat hij als aanhanger van de Fano politiek actief was geweest en dat hij vanwege zijn activiteiten door de Ethiopische autoriteiten werd gezocht. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag afgewezen, omdat de rechtbank niet geloofwaardig achtte dat de eiser problemen had ondervonden door zijn politieke activiteiten.

De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de politieke overtuiging van de eiser en de informatie over de situatie in Ethiopië. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de verklaringen van de eiser over zijn politieke overtuiging en zijn werkzaamheden voor de Fano niet voldoende had beoordeeld. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak van de rechtbank. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de eiser, die op € 1.750,- zijn vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.14783

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.C.A. Koen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. E. Sweerts).

Procesverloop

In het besluit van 20 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als ongegrond. [1]
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Verweerder heeft op 28 november 2023 en 11 december 2023 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 14 december 2023 op een zitting behandeld. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1985 en heeft de Ethiopische nationaliteit.
2. Eiser heeft op 26 februari 2020 zijn eerste asielaanvraag ingediend. Bij besluit van 30 juni 2020 heeft verweerder de aanvraag niet in behandeling genomen. [2] Het beroep daartegen is bij uitspraak van 5 augustus 2020 door deze rechtbank en zittingsplaats gegrond verklaard. [3] De Afdeling [4] heeft op 20 januari 2021 het ingestelde hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak vernietigd. [5]
3. Op 7 januari 2022 heeft eiser een opvolgende asielaanvraag ingediend. Daaraan heeft hij ten grondslag gelegd dat hij als aanhanger van Fano politiek actief is geweest in Ethiopië en zich kritisch heeft geuit richting de autoriteiten. Hierdoor is hij gearresteerd en drie maanden vastgehouden. Eiser stelt dat zijn vrouw is vermoord en dat hij wordt gezocht door de Ethiopische autoriteiten. Uit vrees voor zijn eigen leven heeft hij Ethiopië verlaten.
4. Verweerder heeft de door eiser gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig geacht. Ook heeft verweerder de politieke activiteiten van eiser geloofwaardig geacht. Verweerder heeft echter niet geloofwaardig geacht dat eiser door deze politieke activiteiten problemen heeft ondervonden als gesteld. Dat hij in de negatieve belangstelling staat van de Ethiopische autoriteiten heeft eiser niet aannemelijk gemaakt. Nu ook geen sprake is van een fundamentele politieke overtuiging is de asielaanvraag van eiser afgewezen.
5. Op wat eiser daartegen aanvoert, wordt hierna ingegaan.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Politieke overtuiging
6. Het Hof van Justitie heeft op 21 september 2023 geoordeeld over het begrip “politieke overtuiging” in artikel 10, eerste lid, onder e, en tweede lid, van Richtlijn 2011/95. [6] Uit dit arrest volgt dat sprake is van een politieke overtuiging als een vreemdeling verklaart die opvatting, gedachte of mening te hebben of te uiten en dat bij de beoordeling van aanspraken op vluchtelingschap (onder meer) rekening moet worden gehouden met de sterkte van de overtuiging die de vreemdeling stelt te hebben en de activiteiten die hij heeft verricht, maar dat niet mag worden vereist dat de overtuiging zo diepgeworteld is, dat de vreemdeling het uiten daarvan niet achterwege zou kunnen laten.
7. Verweerder heeft in het bestreden besluit nog getoetst aan het beleid dat werd toegepast voor voornoemd arrest is gewezen. Ter zitting heeft verweerder dit ook erkend. Hetgeen in het bestreden besluit is opgenomen over fundamentele politieke overtuiging heeft verweerder ter zitting laten vallen. Verweerder stelt dat het besluit voor het overige wel in stand kan blijven, omdat ondanks de aanname dat sprake is van een politieke overtuiging, de problemen die eiser daardoor zou hebben ervaren niet geloofwaardig worden geacht. Ook is gelet op de sterkte van de overtuiging en de door eiser verrichte werkzaamheden niet aannemelijk dat eiser daardoor in de negatieve aandacht van de autoriteiten staat dan wel zal komen te staan bij terugkeer.
8. De politieke overtuiging van eiser is niet in geschil en ook is niet in geschil dat hij werkzaamheden heeft verricht voor de Fano. Deze bestonden onder meer uit het rekruteren van nieuwe leden en financiering van de Fano. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de verklaringen van eiser over zijn politieke overtuiging en de inhoud van zijn werkzaamheden voor de Fano onvoldoende beoordeeld in het licht van de algemene informatie (het Algemeen Ambtsbericht Ethiopië van november 2022) over het handelen van de Ethiopische autoriteiten in dat kader. In de aanvullende gronden van beroep van 30 november 2023 heeft eiser ook verwezen naar dit algemeen ambtsbericht. Daarnaast heeft eiser ter onderbouwing van zijn eerdere stelling in de zienswijze ten aanzien van de positie van de Fano en haar leden verwezen naar berichtgeving van Reporters Sans Frontières, een artikel in Trouw en een rapport van Freedom House. Er is onder andere gewezen op informatie uit het ambtsbericht waaruit blijkt dat de federale overheid van Ethiopië de term extremistische/radicale Fano niet alleen gebruikt om bandieten te bestrijden, maar ook om de arrestatie van mensen die kritisch staan tegenover de regering te legitimeren. [7] Ook is in het ambtsbericht opgenomen dat leden van de Fano gearresteerd waren en werden beschuldigd van het rekruteren en trainen van jongeren zonder de toestemming van de nationale verdedigingskrachten en politie-instellingen. [8] In de berichtgeving van Reporters Sans Frontières staat vermeld dat een vrouw was gearresteerd, omdat ze Fano zou hebben gefinancierd. [9] En uit de berichtgevingen van Freedom House [10] en Trouw [11] volgt dat de regering hard optreedt en veel geweld gebruikt tegen de Fano. De rechtbank acht deze informatie van externe bronnen in het licht van eisers asielrelaas en de gestelde problemen vanwege zijn werkzaamheden voor Fano als voor zijn vrees bij terugkeer naar Ethiopië van belang, zodat verweerder ten onrechte niet is ingegaan hierop. Ter zitting heeft verweerder naar aanleiding van de voornoemde uitspraak van het Hof van Justitie aangenomen dat er bij eiser sprake is van een politieke overtuiging, maar is hij zich op het standpunt blijven stellen dat de politieke overtuiging niet leidt tot vluchtelingschap vanwege de mate van eisers overtuiging en de activiteiten die hij heeft verricht. De rechtbank is van oordeel dat verweerder hiermee onvoldoende is ingegaan op eisers verklaringen over zijn politieke overtuiging, de inhoud van zijn verrichtte werkzaamheden voor de Fano en de door hem ingebrachte informatie, zodat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd en daarom niet in stand kan blijven.
Conclusie
9. Het vorenstaande brengt mee dat het beroep gegrond is, omdat het bestreden besluit in strijd is met artikel 3:46 van de Awb [12] . Dit betekent dat het bestreden besluit niet berust op een deugdelijke motivering. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding voor toepassing van een bestuurlijke lus of om zelf in de zaak te voorzien. De rechtbank bepaalt dat verweerder een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak.
10. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiser een vergoeding van zijn proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. Uit het besluit proceskosten bestuursrecht volgt dat deze vergoeding € 1.750,- bedraagt, omdat de gemachtigde van eiser een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het besluit;
 draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak;
 veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.750,- (zeventienhonderdvijftig euro) aan proceskosten aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vw.
3.Rb Den Haag (zittingsplaats Middelburg) 5 augustus 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:7970.
4.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
5.ABRvS 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:120.
6.HvJEU 21 september 2023, ECLI:EU:C:2023:688.
7.Algemeen Ambtsbericht Ethiopië, pagina 12, noot 59.
8.Algemeen Ambtsbericht Ethiopië, pagina 27.
9.Reporters Sans Frontières,
10.Freedom House,
11.S. Vera,
12.Algemene wet bestuursrecht.