Op 17 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van eiseres tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 9 februari 2023 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiseres kennelijk gegrond was, omdat de beslistermijn van 15 maanden was overschreden. De rechtbank besloot zonder zitting uitspraak te doen, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelde vast dat eiseres de minister rechtsgeldig in gebreke had gesteld en dat er meer dan twee weken waren verstreken sinds deze ingebrekestelling. De rechtbank legde de minister een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De minister kreeg de opdracht om binnen acht weken na de bekendmaking van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de asielaanvraag. De rechtbank veroordeelde de minister ook in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 437,50. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.