Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw is de termijn, als bedoeld in het eerste lid, met negen maanden verlengd.
21 maart 2023 aan de Italiaanse autoriteiten moeten worden overgedragen. Uit het dossier blijkt dat eiser niet tijdig is overgedragen. De rechtbank stelt vast dat de minister per
22 maart 2023 verantwoordelijk is geworden voor de asielaanvraag van eiser. De rechtbank stelt verder vast dat eiser op 6 april 2023 een nieuwe asielaanvraag heeft ingediend.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op binnen acht weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiser een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.