ECLI:NL:RBDHA:2024:21849
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag om verlening van machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. Eiseres heeft op 21 mei 2023 haar aanvraag ingediend, waarop de minister binnen 90 dagen had moeten beslissen. De termijn voor het nemen van een besluit is verstreken zonder dat er een besluit is genomen, wat heeft geleid tot de rechtsgang. Eiseres heeft de minister op 20 december 2023 en 3 januari 2024 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna het beroep op 26 september 2024 is ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tijdig is ingediend en is van oordeel dat het beroep kennelijk gegrond is.
De rechtbank heeft eiseres vrijstelling van het griffierecht toegewezen op basis van betalingsonmacht. Tevens heeft de rechtbank de minister opgedragen om binnen een termijn van acht weken na verzending van de uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken. Indien de minister besluit tot nader onderzoek, moet het besluit binnen twintig weken na verzending van de uitspraak bekend worden gemaakt. De rechtbank heeft ook bepaald dat de minister een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister aan eiseres € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan op 19 december 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze uitspraak.