Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf met het verblijfsdoel 'familie en gezin', maar verweerder had niet tijdig beslist op deze aanvraag. Op 11 oktober 2023 heeft verweerder alsnog een inwilligend besluit genomen. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten zonder behandeling op zitting. Eiser verzocht om vrijstelling van griffierecht, wat door de rechtbank werd verleend, omdat eiser aan de voorwaarden voldeed.
De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat verweerder inmiddels had beslist op de aanvraag. Eiser had geen belang meer bij een oordeel van de rechtbank, aangezien het beroep gericht was op het verkrijgen van een beslissing op de aanvraag. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet meer betrekking had op het alsnog genomen besluit, en dat eiser geen gronden tegen dit besluit had aangevoerd.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 437,50. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij eiser een professionele juridische hulpverlener had ingeschakeld. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 26 januari 2024.