In deze uitspraak beslist de rechtbank over de beroepen van eisers tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat eisers de minister rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De beroepen zijn kennelijk gegrond, wat betekent dat de rechtbank zonder zitting uitspraak doet. De rechtbank legt de minister een rechterlijke dwangsom op en bepaalt dat de minister binnen zestien weken na de bekendmaking van deze uitspraak een besluit op de asielaanvragen van eisers moet nemen. De rechtbank stelt de dwangsom vast op € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast veroordeelt de rechtbank de minister in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 437,50. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.