ECLI:NL:RBDHA:2024:23086
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 4 september 2023 ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn voor deze aanvraag is verlengd met negen maanden op basis van het besluit WBV 2023/3, dat van kracht is sinds 27 januari 2023. Dit betekent dat de minister uiterlijk op 4 december 2024 op de aanvraag moest beslissen.
Eiser heeft op 22 juli 2024 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat deze te vroeg is ingediend, omdat de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door de minister, zoals vastgelegd in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen geen behoefte hadden aan een zitting. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman en is op 27 september 2024 openbaar gemaakt. Eiser kan binnen vier weken na deze datum hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met deze uitspraak.