Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
F.N. tegen Zweden(ECLI:CE:ECHR:2012:1218JUD002877409), van 18 november 2014,
M.A. tegen Zwitserland(ECLI:CE:ECHR:2014:1118JUD005258913) en van 2 oktober 2012,
Singh tegen België(ECLI:CE:ECHR:2012:1002JUD003321011). Gezien het voorgaande is het bestreden besluit onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd en in strijd met artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Awb. Daarnaast blijkt uit de praktijk dat niet in alle gevallen een dergelijk document dient te worden overgelegd. Op dit punt verzoekt eiser daarom, in het kader van het gelijkheidsbeginsel, om duidelijkheid van verweerder. Ook wijst eiser op de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid (Wvs), waarin Palestijnen zijn aangemerkt als evident staatlozen. Gelet hierop is het standpunt van verweerder dat eisers nationaliteit onbekend is in strijd met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel.