ECLI:NL:RBDHA:2024:2314
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige identiteit en tegenstrijdige verklaringen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Algerijnse nationaliteit en geboren in 2007, had op 16 november 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris heeft deze aanvraag op 27 december 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 26 januari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de afwijzing van de asielaanvraag terecht heeft gedaan. Eiser had moeilijkheden in zijn thuisland, waaronder het overlijden van zijn ouders en problemen met een bende, maar de rechtbank vindt de identiteit van eiser ongeloofwaardig. De rechtbank wijst erop dat de opgegeven leeftijd van eiser niet overeenkomt met de gegevens uit de leeftijdsschouw, en dat er tegenstrijdigheden zijn in de verklaringen van eiser. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geoordeeld dat eiser evident meerderjarig is en dat er geen procesbelang meer is voor eiser, aangezien hij met onbekende bestemming is vertrokken.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg en bekendgemaakt op 13 februari 2024. Eiser kan binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.