ECLI:NL:RBDHA:2024:2539
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M.C. Schuurman-Kleijberg
- A.M. van Gerwen
- Rechtspraak.nl
Voortduren van de maatregel van bewaring in het bestuursrechtelijke kader van de Vreemdelingenwet 2000
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het voortduren van de aan eiser opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. De maatregel is opgelegd op 25 augustus 2023 en is eerder getoetst in uitspraken van 19 september 2023 en 8 december 2023. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 14 februari 2024 verzocht om te beoordelen of de bewaring kan voortduren, aangezien het langer dan 75 dagen geleden is dat eiser beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 21 februari 2024 gesloten en de zaak niet op zitting behandeld.
De rechtbank concludeert dat het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is. Eiser heeft aangevoerd dat er onvoldoende zicht op uitzetting bestaat, maar de rechtbank oordeelt dat dit aan eiser zelf te wijten is, aangezien hij niet met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) heeft willen vertrekken. De staatssecretaris heeft voldoende voortvarend gehandeld door de Ghanese autoriteiten te benaderen voor een laissez-passer, en de rechtbank oordeelt dat de belangenafweging in het voordeel van de staatssecretaris uitvalt. De rechtbank wijst het beroep van eiser ongegrond en het verzoek om schadevergoeding af, waarbij de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.