Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,geboren op [datum],
mede namens haar minderjarige zoon [naam],
geboren op [datum],
[naam], eiseres 2, tezamen eisers,geboren op [datum]V-nummer: [nummer],(gemachtigde: mr. A. de Haan),
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
12 februari 2024 niet in behandeling genomen omdat Roemenië verantwoordelijk is voor de aanvragen.
Beoordeling door de rechtbank
Standpunt van eiseres in beroep5. Eisers hebben in beroep aangevoerd dat de staatssecretaris ten onrechte geen aanleiding heeft gezien om toepassing te geven aan artikel 17 van de Dublinverordening. Eiseres 2 is in Roemenië op school slachtoffer geweest van aanhoudend pestgedrag en discriminatie. Voorts betogen eisers dat ten aanzien van Roemenië niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan, omdat de opvang in Roemenië te wensen overlaat en er pushbacks plaatsvinden. Hierbij wijzen eisers op een verklaring van KlikAktiv [1] over Roemenië, de kritiek van Vluchtelingenwerk op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) over Roemenië [2] en op twee uitspraken over Roemenië van deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht. [3] Tot slot stellen eisers dat de staatssecretaris op grond van artikel 6 van de Dublinverordening het belang van de kinderen voorop had moeten stellen. Voor het welzijn en de sociale ontwikkeling van de kinderen is het noodzakelijk dat eisers een asielprocedure in Nederland kunnen doorlopen.
6.2. In artikel 6 van de Dublinverordening zijn waarborgen voor minderjarigen opgenomen. De lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht om bij alle procedures waarin de Dublinverordening voorziet, het belang van het kind voorop te stellen.
7. De rechtbank stelt voorop, zoals beschreven onder 6.1., dat de staatssecretaris ten opzichte van Roemenië in beginsel kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit is voor het overdragen van Dublinclaimanten aan Roemenië ook bevestigd door de ABRvS. [5] De ABRvS heeft in zijn uitspraak de voornoemde verklaring van KlikAktiv ook betrokken [6] en oordeelt dat de enkele omstandigheid dat pushbacks plaatsvinden op zichzelf onvoldoende is voor de conclusie dat Roemenië zich ten aanzien van Dublinclaimanten niet aan zijn internationale verplichtingen houdt. In het geval van een Dublinclaimant verloopt de terugkeer naar Roemenië immers niet via de buitengrens met Servië (waarvan in de verklaring van KlikAktiv sprake was).
7.1. Voorts is de rechtbank van oordeel dat eisers evenmin aannemelijk hebben gemaakt dat Roemenië in hun specifieke situatie de internationale verplichtingen schendt. De beroepsgrond biedt geen concreet aanknopingspunt voor het oordeel dat Roemenië in de individuele situatie van eisers tekortschiet. De staatssecretaris is in het bestreden besluit en ter zitting ingegaan op de door eisers overgelegde stukken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris voldoende gemotiveerd dat uit de stukken niet blijkt dat in Roemenië sprake is van een systeemfout in de asielprocedure of dat Roemenië in het algemeen de internationale verplichtingen niet nakomt. Daarbij zij opgemerkt dat in de casus S.A. zoals die in de verklaring van KlikAktiv wordt beschreven, enkele specifieke omstandigheden aan de orde waren (terugkeerbesluit, overnameovereenkomst met Servië) die in de situatie van eiseres, aan wie in 2022 verblijfsrecht is toegekend door de Roemeense autoriteiten, wezenlijk anders zijn. Bovendien heeft Roemenië met het claimakkoord gegarandeerd dat het verzoek van eisers om internationale bescherming in behandeling wordt genomen.