ECLI:NL:RBDHA:2024:5703
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren maatregel van bewaring en beoordeling van zicht op uitzetting naar Marokko
Op 15 februari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft op 12 april 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring beoordeeld en vastgesteld dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 1 maart 2024 rechtmatig was. Eiser stelt dat de maatregel onrechtmatig is, omdat er geen zicht op uitzetting naar Marokko zou zijn en de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt. De rechtbank oordeelt echter dat er wel degelijk zicht op uitzetting is en dat de staatssecretaris voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris sinds het sluiten van het vorige onderzoek contact heeft gehad met eiser en dat er geen persoonlijke omstandigheden zijn die een lichter middel rechtvaardigen.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.