Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder tot het vergoeden van de proceskosten van eiser tot een bedrag van
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze te laat heeft beslist op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf met als verblijfsdoel ‘familie- en gezin’. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, hangende het beroep, op 12 september 2023 alsnog een besluit op de aanvraag heeft genomen, evenals een separaat dwangsombesluit. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat verweerder aan eiser tegemoet is gekomen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De proceskosten zijn vastgesteld op € 437,50, met een wegingsfactor van 0,5, en het betaalde griffierecht van € 184,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed.
De rechtbank heeft geen zitting nodig geacht en het onderzoek gesloten, omdat partijen geen zitting hebben aangevraagd. Eiser heeft het beroep niet ingetrokken, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen belang meer is bij een beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig beslissen, en heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat verweerder al een dwangsombesluit had genomen dat uitging van dezelfde termijn. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is op 21 februari 2024 openbaar gemaakt.