ECLI:NL:RBDHA:2024:6355
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsingsbesluit en vrijheidsbeperkende maatregel van een asielzoeker in een Handhaving- en Toezichtlocatie
Op 26 april 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een asielzoeker, geboren in Jemen, beroep heeft ingesteld tegen een plaatsingsbesluit en een vrijheidsbeperkende maatregel. De eiser was op 16 februari 2024 geplaatst in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen, na ernstige gedragingen die een grote impact hebben gehad. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten die hebben geleid tot de plaatsing niet zijn bestreden en dat er geen contra-indicatie was voor de plaatsing. De eiser heeft aangevoerd dat zijn psychische problemen niet zijn meegewogen, maar de rechtbank oordeelt dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zorgvuldig heeft gehandeld door voorafgaand aan de plaatsing advies in te winnen bij GezondheidsZorg Asielzoekers (GZA). De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vrijheidsbeperkende maatregel niet onrechtmatig is, omdat de eiser nog geen 13 weken in de HTL verblijft en de mogelijkheid heeft om de HTL voortijdig te verlaten. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep tegen het plaatsingsbesluit.