ECLI:NL:RBDHA:2024:7542
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en intrekking van bijstandsuitkering in verband met inkomsten uit arbeid
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de herziening en intrekking van zijn bijstandsuitkering. Eiser ontving vanaf 1 februari 2021 een bijstandsuitkering naar de jongerennorm, aangevuld met bijzondere bijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Delft heeft de bijstandsuitkering ingetrokken op grond van de Participatiewet (Pw), omdat eisers inkomen hoger was dan de voor hem geldende jongerennorm. De rechtbank heeft vastgesteld dat de herziening en intrekking van de algemene bijstand terecht was, maar dat de intrekking van de bijzondere bijstand op een onjuiste wettelijke grondslag berustte. De rechtbank oordeelt dat de bonus die eiser in februari 2021 ontving, betrekking had op werkzaamheden in 2020 en dus niet aan februari 2021 kon worden toegerekend. Hierdoor had eiser in februari 2021 recht op aanvullende bijstand. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het de bijzondere bijstand betreft en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht, maar niet op proceskosten.