ECLI:NL:RBDHA:2024:7585

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
NL24.4451
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. C.G. Matze, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen op 3 januari 2024. Dit besluit werd door verzoekster bestreden door op 8 januari 2024 beroep in te stellen. Daarnaast verzocht zij de voorzieningenrechter om in twee procedures een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek geregistreerd onder nummer NL24.4452 werd op 8 februari 2024 toegewezen, terwijl het verzoek onder nummer NL24.4451 in deze uitspraak werd beoordeeld.

De voorzieningenrechter heeft, verwijzend naar artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft. In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat er op 17 april 2024 al een uitspraak was gedaan op het beroep, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. S.S. van der Velde, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.4451

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. C.G. Matze),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 3 januari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit op 8 januari 2024 beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter in twee procedures verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek om een voorlopige voorziening dat is geregistreerd onder nummer NL24.4452 is door de voorzieningenrechter op 8 februari 2024 toegewezen. [1] Het verzoek dat is geregistreerd onder nummer NL24.4451 wordt in deze uitspraak beoordeeld.
De voorzieningenrechter heeft onder verwijzing naar artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van 17 april 2024, zaaknummer NL24.575, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. [2] Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.