Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.
Procesverloop
14 oktober 2022 het beroep niet tijdig beslissen gegrond verklaard. Daarbij is de staatssecretaris opgedragen binnen zestien weken alsnog op de aanvraag te beslissen.
Overwegingen
– algemeen bekende – capaciteitsproblemen die ertoe leiden dat er niet tijdig kan worden beslist en medische omstandigheden bij eiser die maken dat een nader gehoor tot op heden nog niet heeft kunnen plaatsvinden. Omdat het bestaan van die problemen niet wegneemt dat het niet tijdig beslissen aan de staatssecretaris kan worden toegerekend én de vreemdeling wel belang heeft en houdt bij een spoedige beslissing op zijn aanvraag is de rechtbank van oordeel dat een dwangsom van € 100,- per dag, met een maximum van
€ 7.500,- redelijk is.
€ 437,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van
€ 875,- en een wegingsfactor 0,5).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de staatssecretaris op binnen acht weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de staatssecretaris aan eiser een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiser tot een bedrag van