ECLI:NL:RBDHA:2024:8114
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel
Op 28 mei 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaak van eiseres tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze was door de staatssecretaris niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de staatssecretaris zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel heeft beroepen. Eiseres voerde aan dat er tekortkomingen waren in de opvangfaciliteiten in Spanje, maar de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd dat Spanje zijn internationale verplichtingen nakomt. De rechtbank benadrukte dat het aan eiseres was om aan te tonen dat er een reëel risico bestond op een onmenselijke behandeling in Spanje, wat zij niet had gedaan. De rechtbank concludeerde dat er geen gezinsband was aangetoond tussen eiseres en haar partner, en dat er geen aanleiding was om artikel 17 van de Dublinverordening toe te passen. De uitspraak werd gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier mr. N. Walstra, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.