ECLI:NL:RBDHA:2024:8434
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen lasten onder dwangsom wegens bewoning van een bedrijfspand in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak gaat het om een beroep tegen twee lasten onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen aan eisers zijn opgelegd wegens het bewonen van een bedrijfspand aan de Kromme Esse 4C. De rechtbank Den Haag heeft op 24 mei 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. G.A. Soebhag, hebben bezwaar gemaakt tegen de lasten die zijn opgelegd op 28 februari 2023. Het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard en de lasten in stand gelaten. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 april 2024, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van overtredingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat de opgelegde lasten rechtmatig zijn. De rechtbank oordeelt dat het college bevoegd was om handhavend op te treden en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het college hadden moeten weerhouden van handhaving. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de eisers geen gelijk krijgen. De eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.