In deze zaak heeft eiseres op 4 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 8 december 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres eindigde oorspronkelijk op 8 juni 2023, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 8 maart 2024 ligt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was. Hierdoor was de ingebrekestelling van eiseres, die op 15 juni 2023 was ingediend, prematuur, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.