ECLI:NL:RBDHA:2024:9435

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
19 juni 2024
Zaaknummer
NL24.1784 en NL24.1787
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvragen en bestuurlijke dwangsommen in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2024, hebben eisers, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen die op 3 september 2022 zijn ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 22 januari 2024 alsnog op de aanvragen is beslist, maar de eisers hebben hun beroepen gehandhaafd om te onderzoeken of er bestuurlijke dwangsommen zijn verbeurd. De rechtbank heeft de zaken van eisers als samenhangend beschouwd, aangezien zij als gezinsleden gezamenlijk zijn ingereisd en hun aanvragen gelijktijdig hebben ingediend.

De rechtbank oordeelt dat de inwilliging van de asielaanvragen betekent dat de beroepen tegen het niet tijdig nemen van besluiten niet-ontvankelijk zijn, omdat er geen procesbelang meer is. Eisers hebben echter hun beroepen gehandhaafd met betrekking tot de bestuurlijke dwangsommen, waarbij zij stellen dat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND onverbindend is wegens strijd met het Unierecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze wet uitsluit dat bestuurlijke dwangsommen van toepassing zijn op besluiten op asielaanvragen, en dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State eerder heeft geoordeeld dat deze wet niet in strijd is met het Unierecht.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, maar heeft zij verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 437,50. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: NL24.1784 en NL24.1787

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser 1] en [eiser 2] , eisers

V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. E. El-Sharkawi),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eisers hebben op 17 januari 2024 afzonderlijk beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun afzonderlijk ingediende asielaanvragen van 3 september 2022.
Op 22 januari 2024 is alsnog bij afzonderlijke beslissing op de asielaanvragen van eisers beslist.
Bij bericht van 1 februari 2024 heeft de gemachtigde van eisers meegedeeld dat de beroepen worden gehandhaafd, met het oog op de vraag of verweerder bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. De rechtbank neemt samenhang aan tussen de zaken van eisers, omdat zij als gezinsleden gezamenlijk zijn ingereisd en gelijktijdig hun aanvragen hebben ingediend.
2. Verweerder heeft inwilligend beslist op de asielaanvragen van eisers. Voor zover de beroepen zijn gericht tegen het niet tijdig nemen van besluiten op de asielaanvragen van eisers, wordt vastgesteld dat met de inwilliging van deze aanvragen aan de beroepen is tegemoetgekomen zodat eisers gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Awb in zoverre geen procesbelang meer hebben.
3. Eisers hebben de beroepen gehandhaafd voor zover verweerder in de besluiten van 22 januari 2024 heeft geconcludeerd dat hij aan eisers geen bestuurlijke dwangsommen verschuldigd is. Eisers stellen zich op het standpunt dat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND onverbindend is wegens strijd met het Unierecht, met verwijzing naar een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling). [1]
4. De Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND sluit uit dat de artikelen 4:17 tot en met 4:19 en 8:55c van de Awb worden toegepast op besluiten op asielaanvragen. Het gevolg hiervan is dat verweerder aan eisers geen bestuurlijke dwangsommen kan verbeuren. De Afdeling heeft bij uitspraak van 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352, geoordeeld dat de Tijdelijke wet in zoverre niet in strijd is met het Unierecht. Nu artikel 1 van de Tijdelijke wet de mogelijkheid van een bestuurlijke dwangsom uitsluit, kunnen eisers met de beroepen niet bereiken wat zij willen, zodat ook in zoverre het procesbelang ontbreekt.
5. De beroepen zijn kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Eisers hebben vanwege het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen terecht afzonderlijk beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakt proceskosten. Gezien de samenhang tussen de ingediende beroepen wordt op grond van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 437,50 bestaande uit een punt voor het indienen van de beroepschriften met een waarde per punt van € 875 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat de beroepen alleen zien op het niet tijdig nemen van besluiten.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart de beroepen niet-ontvankelijk;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers gezamenlijk tot een bedrag van € 437,50 (vierhonderdzevenendertig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Van 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3353.