ECLI:NL:RBDHA:2024:9958
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag na prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 11 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser had op 25 november 2022 een asielaanvraag ingediend, waarbij de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 25 mei 2023 zou eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de beslistermijn pas op 25 februari 2024 eindigde. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was, en dat op het moment van de ingebrekestelling op 21 februari 2024 de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en was het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep van eiser dan ook niet-ontvankelijk verklaard.