ECLI:NL:RBDHA:2025:10009
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die op 23 mei 2025 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd aan de eiser, die stelt Algerijns te zijn. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van deze maatregel beoordeeld, waarbij eiser aanvoerde dat de eerdere maatregel van 3 april 2025 niet tijdig was omgezet naar de huidige maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat een te late grondslagwijziging in beginsel niet doorwerkt naar een latere maatregel, volgens de schottentheorie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen ernstige schending van fundamentele rechten was en dat de maatregel van bewaring op basis van de aangevoerde zware gronden gerechtvaardigd was. Eiser heeft betwist dat hij niet meewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit, maar de rechtbank oordeelde dat de overige gronden voldoende waren om de maatregel te dragen. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.