8.4Bij het primaire besluit heeft verweerder aan eiser een WIA-uitkering met ingang van 19 mei 2023 toegekend gebaseerd op een arbeidsongeschiktheidspercentage van
72,84 %.
9. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. Verweerder stelt zich, onder verwijzing naar de rapportage van 30 oktober 2023 van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, op het standpunt dat de beperkingen juist zijn vastgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat de primaire verzekeringsarts de beperkingen in voldoende mate heeft opgenomen in de FML van 3 april 2023. Voor het aannemen van meer beperkingen, waaronder een verdergaande urenbeperking, ontbreekt een medische onderbouwing. Eiser is, na hiervoor onder behandeling te zijn geweest, niet vrij van psychische klachten. Uit de informatie van de behandelaar van september 2022 en van de huisarts van 2023 volgt echter dat de klachten wel zijn verminderd en dat er ook geen sprake meer is van ernstige psychopathologie. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep bevestigt in de rapportage van 13 november 2023 dat sprake is van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 72,84 %.
10. Eiser stelt dat het onderzoek door de verzekeringsartsen onzorgvuldig is geweest, omdat de primaire verzekeringsarts geen verzekeringsarts is en de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiser niet op het spreekuur heeft gezien. Eiser stelt verder dat hij volledig arbeidsongeschikt is. Eiser heeft meer en verdergaande beperkingen dan door de verzekeringsarts bezwaar en beroep is aangenomen. Er moeten volgens eiser beperkingen worden aangenomen voor vasthouden en verdelen van aandacht, herinneren, doelmatig handelen, lezen, autorijden, reiken, duwen trekken, lopen, knielen, hurken en lang achter elkaar zitten en staan. De aangenomen beperking voor handelingstempo (punt 1.8.5) zou ook moeten worden aangenomen voor het dagelijks functioneren (punt 1.7). Eiser heeft al jarenlang ernstige last van spanningen, prikkelbaarheid, somberheid, slechte concentratie en slaapproblemen als gevolg van twee aandoeningen. Dit wordt bevestigd door zijn behandelaren bij Centrum ’45, psycholoog [naam 1] ( [naam 1] ) en psychiater [naam 2] ( [naam 2] ), in een brief van 8 februari 2024 en door zijn huisarts in een brief van 22 januari 2024. Door de aard en ernst van zijn klachten is eiser zeer beperkt in zijn dagelijks functioneren. Eiser is niet in staat om voor zichzelf en zijn kinderen te zorgen en kan geen huishoudelijke taken uitvoeren. Eiser stelt verder vanwege zijn volledige arbeidsongeschiktheid niet vier uur per dag / twintig uur per week te kunnen werken. Tot slot stelt eiser vanwege zijn problemen met het dragen met verantwoordelijkheid, onverwachte zaken, tijdsdruk, omgevingsprikkels, conflicten, omgaan met problemen van anderen en rugklachten, mede gelet op de totale belasting bij de geselecteerde functies, niet in staat te zijn om deze functies te verrichten.
Zorgvuldigheid onderzoek verzekeringsartsen
11. De rechtbank overweegt dat, in het kader van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek naar aanleiding van de WIA-aanvraag, het onderzoek en het verslag daarvan van de arts [naam 3] zijn getoetst en akkoord bevonden door verzekeringsarts [naam 4] . Van onzorgvuldig onderzoek door de primaire verzekeringsarts is daarom geen sprake. De rechtbank overweegt verder dat de verzekeringsarts in bezwaar en beroep beziet of er op medische gronden aanleiding is om iemand in persoon te onderzoeken. Het is vaste rechtspraakdat een verzekeringsarts in bezwaar en beroep een betrokkene niet zelf hoeft te onderzoeken indien hij over voldoende medische gegevens beschikt om zich een oordeel te vormen over een verzekeringsgeneeskundig rapport. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de rapportage van 30 oktober 2023 aangegeven dat dit laatste het geval is. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat van onzorgvuldig onderzoek door de verzekeringsartsen geen sprake is.
12. De rechtbank heeft aanleiding gezien psychiater [naam 5] ( [naam 5] ) als onafhankelijke deskundige te benoemen. Bij brief van 5 november 2024 zijn aan [naam 5] 6 vragen voorgelegd.