Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 3 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis voor zijn echtgenote en kinderen. De rechtbank heeft eerder, op 15 november 2024, het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen. Eiser heeft op 14 februari 2025 opnieuw beroep ingesteld omdat verweerder wederom niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, omdat verweerder geen verweerschrift heeft ingediend. De rechtbank heeft overwogen dat de eerdere dwangsom niet voldoende prikkel heeft geboden om tijdig te beslissen. Daarom heeft de rechtbank verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en een nieuwe dwangsom van € 200 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en moet het griffierecht worden vergoed.