Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van een Algerijnse vreemdeling tegen de maatregel van bewaring die op 6 januari 2025 was opgelegd. De vreemdeling had beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 10 juni 2025 was opgeheven, waardoor de beoordeling zich beperkte tot de vraag of de bewaring onrechtmatig was geweest voor de opheffing. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring en het voortduren daarvan tot het sluiten van het onderzoek rechtmatig waren. De vreemdeling voerde aan dat de autoriteiten onvoldoende hadden gehandeld om de maatregel eerder op te heffen, maar de rechtbank vond geen aanleiding om dit standpunt te volgen. De rechtbank concludeerde dat verweerder voortvarend had gehandeld en dat er geen reden was om te oordelen dat de maatregel eerder had moeten worden opgeheven. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.