Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De aanvraag is ingediend op 18 juli 2024, en de minister had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen moeten beslissen. De beslistermijn is door de minister verlengd met drie maanden, waardoor de deadline op 16 januari 2025 viel. Eiseres heeft de minister op 21 januari 2025 rechtsgeldig in gebreke gesteld en heeft op 13 februari 2025 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep tijdig is ingesteld en kennelijk gegrond is, omdat de minister niet binnen de gestelde termijn heeft beslist. De rechtbank legt de minister een termijn van acht weken op om een besluit te nemen, met de mogelijkheid tot verlenging tot twintig weken indien nader onderzoek nodig is. Tevens wordt een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank stelt vast dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het griffierecht van € 194. De uitspraak is gedaan op 19 juni 2025 door mr. A.J. de Danschutter, rechter, en is openbaar gemaakt.