In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, is het beroep van eisers gegrond verklaard. Eisers, vertegenwoordigd door mr. M. Fouad Fattal, hebben een beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf, ingediend op 31 januari 2024. De rechtbank heeft eerder in een andere procedure bepaald dat de minister binnen acht weken een besluit moest nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen deze termijn heeft beslist, waardoor het beroep ontvankelijk en gegrond is verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen vier weken na deze uitspraak alsnog een besluit te nemen. Indien de minister dit niet doet, is zij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eisers vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.