Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres],
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank, zittingsplaats Middelburg, heeft op 30 juni 2025 uitspraak gedaan. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, wat door de rechtbank voorlopig is toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft haar aanvraag op 31 oktober 2023 ingediend, en verweerder had uiterlijk op 29 april 2024 een besluit moeten nemen. Aangezien dit niet is gebeurd, is het beroep tijdig ingesteld op 17 februari 2025 en is het kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak een besluit bekend te maken, met een dwangsom van € 100 per dag bij overschrijding van deze termijn, tot een maximum van € 15.000. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 juli 2025.