ECLI:NL:RBDHA:2025:11699
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. De maatregel van bewaring was opgelegd op 20 maart 2025 en is eerder getoetst in twee uitspraken van de rechtbank op 4 april 2025 en 7 mei 2025. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 10 april 2025 is opgeheven, omdat eiser in strafrechtelijke detentie was geplaatst. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de vrijheidsontneming, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, aangezien de maatregel van bewaring al was opgeheven op het moment van het indienen van het beroep. De rechtbank wijst erop dat er geen rechtens te beschermen belang meer is, omdat eiser al een schadevergoeding heeft ontvangen voor de onrechtmatige voortduring van de maatregel van bewaring. De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.J. Rutten en is openbaar gemaakt op 30 juni 2025.