In deze civiele procedure, die op 2 juli 2025 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, staat een geschil centraal tussen [bedrijf] B.V. en verschillende vennootschappen, waaronder Factor52 B.V. (in faillissement) en Tablet4U B.V. Het geschil betreft onbetaalde facturen, wettelijke handelsrente, en de vergoeding van buitengerechtelijke en proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat [bedrijf] werkzaamheden heeft verricht voor de gedaagden en dat de facturen grotendeels onbetaald zijn gebleven. De rechtbank heeft de vorderingen van [bedrijf] tot betaling van de facturen toegewezen, met inachtneming van de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de facturen. Tevens is de hoofdelijkheid van de gedaagden voor de buitengerechtelijke en proceskosten vastgesteld. In reconventie hebben de gedaagden vorderingen ingesteld tegen [bedrijf], maar deze zijn afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagden onvoldoende onderbouwd hebben dat de facturen excessief zijn en dat de vorderingen in reconventie niet toewijsbaar zijn. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.