ECLI:NL:RBDHA:2025:12019
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 juli 2025, wordt de asielaanvraag van eiser behandeld. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft op 26 april 2025 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 16 mei 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is op 5 juni 2025 met onbekende bestemming vertrokken en heeft sindsdien geen contact meer onderhouden met zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelt dat eiser geen procesbelang heeft bij het beroep, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij nog prijs stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.