3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer DH2R020009 (onderzoek Paris), van de politie eenheid Den Haag, District Den Haag-West, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 1861).
1. Het geschrift, te weten een overzicht van opgave Kamer van Koophandel, voor zover inhoudende (p. 680):
De Rechtspersoon in oprichting is voortgezet op [datum] door een Besloten
Vennootschap
KvK nummer: [KvK-nummer]
Naam: [bedrijfsnaam 1] B.V. i.o.
Bevoegd functionaris: [verdachte]
Rechtsvorm: Besloten Vennootschap
Datum akte van oprichting [datum]
Bezoekadres: [adres 1] , [postcode] [plaats 1]
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 860):
[verdachte] , [naam 1] en [naam 2] zijn veroordeeld voor gewoontewitwassen over de periode van 01 januari 2012 tot 08 april 2014. Het gerechtshof concludeerde bij zowel
[verdachte] , [naam 1] als [naam 2] het volgende met betrekking tot besmetting van het vermogen:
“Conclusies ten aanzien van feit 4
Het hof gaat er vanuit dat voor zover de verdachte ook over uit legale bron afkomstige contante gelden kon beschikken, deze vermogensbestanddelen zijn ‘besmet’ door
vermenging met de van misdrijf (hennepteelt en -handel) afkomstige vermogensbestanddelen. De legale vermogensbestanddelen laten zich immers in het contante vermogen van de verdachte niet meer individualiseren in de zin dat met precisie kan worden aangewezen welk deel van het vermogen van misdrijf afkomstig is.
Bij dat oordeel heeft het hof in aanmerking genomen dat noch het bestaan door de verdediging is gesteld, noch anderszins uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken van bijzondere omstandigheden die ertoe zouden nopen het contante vermogen van de verdachte na de vermenging toch niet aan te merken als 'gedeeltelijk van misdrijf afkomstig' in de zin van de witwasbepalingen.”
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 juli 2021, voor zover inhoudende (p. 940 tot en met p. 956):
Uit de gegevens van iCOV blijkt dat [bedrijfsnaam 1] B.V. het volgende rekeningnummer op naam heeft staan:
ING zakelijke betaal- en spaarrekening met rekeningnummer [rekeningnummer] .
Met betrekking tot dit rekeningnummer zijn de identificerende gegevens en transactiegegevens gevorderd. De gegevens zijn gevorderd over de periode 01 januari 2016 tot en met 13 april 2021. De periode is gebaseerd op de datum oprichting van de besloten vennootschap [bedrijfsnaam 1] B.V. en de doorzoeking en aanhoudingen op 13 april 2021.
De rekening is geopend op 03 februari 2016. De laatste transactie in de gevorderde periode vond plaats op 13 april 2021.
De liquide middelen bestaan uit de bankrekeningen en het kasgeld. In totaal werd een bedrag van € 18.930 contant opgenomen en een bedrag van € 933.002 contant gestort.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 augustus 2022, voor zover inhoudende (p. 717 en p. 722):
Op 13 april 2021 werd het pand aan de [adres 2] te [plaats 2] doorzocht. In dit pand was de boekhouder van [bedrijfsnaam 1] B.V. gevestigd. De inbeslaggenomen administratie aldaar werd gedigitaliseerd. In het digitale bestand met de naam " [bestandsnaam] " op pagina 15, trof ik het document aan van [bedrijfsnaam 2] betreffende de levering van een gebruikte personenauto Audi A3 met kenteken [kenteken 1] en de inkoop van een Opel Astra met kenteken [kenteken 2] .
In de administratie die in beslag werd genomen bij boekhouder [naam 3] zat eenzelfde factuur zoals hierboven besproken. Het enige verschil was dat het bedrag van de Audi stond gespecificeerd met € 20.000 en de aankoop van de Opel met een bedrag van € 5.000.
In de administratie deed ik onderzoek naar de ontvangst van € 20.000 door VOF [bedrijfsnaam 2] . De slotbalans van VOF [bedrijfsnaam 2] bevatte een vordering van € 45.000 op [bedrijfsnaam 1] B.V. Dit bedrag bestond uit € 20.000 uit de verkoopopbrengst van de Audi A3 en € 25.000 afkomstig uit de verkoop van een Volkswagen Scirocco. Beide bedragen werden door [bedrijfsnaam 2] doorgeleend aan [bedrijfsnaam 1] B.V.
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , opgemaakt op 14 april 2021, voor zover inhoudende (p. 332 en p. 333):
P1: Wanneer is [bedrijfsnaam 1] opgericht?
V: Ik dacht in 2016.
P1: Waar staan de letters voor?
V: [naam 2] , [naam 1] en [verdachte] .
P1: Hoe is dat met die oprichting gegaan? Waren jullie toen samen?
V: We hebben het even met z'n drie gedaan. Het begon zo: Wij hebben in 2014 tot 2016 vast gezeten. Daar hebben ze 2 auto's van [bedrijfsnaam 3] laten staan. Dat bedrijf was van ons 3. Die auto’s waren heel nieuw. Met die auto's zijn we opnieuw begonnen.
P1: Wat voor auto’s waren dat?
V: Het was een Audi A3 en ik geloof een VW Scirocco.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 juli 2021, voor zover inhoudende (p. 710 tot en met p. 712):
Op 18 oktober 2017 werden [verdachte] , [naam 1] en [naam 2] veroordeeld door het gerechtshof Den Haag voor de handel in verdovende middelen (hennep) en deelname aan een criminele organisatie. Naar aanleiding van dit onderzoek, met de naam [onderzoeksnaam] , werd een ontnemingsrapportage opgesteld. Het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel werd door rechtbank Den Haag geschat op € 680.880. De rechtbank stelde het drietal hoofdelijk aansprakelijk voor dit bedrag. Tevens legde de rechtbank een betalingsverplichting op voor € 680.880. [Opmerking van de rechtbank: het te ontnemen bedrag is inmiddels door het gerechtshof Den Haag vastgesteld op € 148.000,66, zoals volgt uit het uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte d.d. 16 mei 2025.] Gezien de openstaande ontnemingsvordering met betalingsverplichting die hoofdelijk is opgelegd aan het drietal is het de vraag waar het startvermogen van [bedrijfsnaam 1] B.V. vandaan kwam.
Om deze vraag te kunnen beantwoorden bracht ik het wagenpark in beeld aan de hand van de RDW gegevens. De besloten vennootschap [bedrijfsnaam 1] B.V. exploiteert een autoverhuurbedrijf. Gedurende de onderzoeksperiode van 1 januari 2015 tot 13 april 2021 had [bedrijfsnaam 1] B.V. in totaal 55 voertuigen op naam.
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 augustus 2021, voor zover inhoudende (p. 1715 tot en met p. 1718):
In het strafrechtelijk onderzoek tegen de verdachte, zijnde de rechtspersoon [bedrijfsnaam 1] B.V. werd de gehele vloot van het autoverhuurbedrijf inbeslaggenomen. Dit betreft in totaal 23 voertuigen, bestaande uit personenauto's en bestelauto's.
Naar aanleiding van bovenstaande werden alle inbeslaggenomen voertuigen van [bedrijfsnaam 1] B.V. onderworpen aan een forensisch onderzoek. Dit onderzoek was gericht op de identiteit van de voertuigen en de eventueel later gemonteerde auto onderdelen.
Hieronder is een overzicht weergegeven van de onderzochte voertuigen met de bevindingen van de voertuigonderzoekers.
Volkswagen Up [kenteken 3]
De passagiersairbag, de autogordel rechtsvoor, en diverse dashboardonderdelen zijn afkomstig van een voertuig dat als gestolen gesignaleerd staat. Verder is de stuurairbag vervangen. De identificerende kenmerken van deze stuurairbag zijn verwijderd waardoor de herkomst van de stuurairbag niet achterhaald kon worden.
Volkswagen Polo [kenteken 4]
Van de stuurairbag waren de identificerende gegevens verwijderd waardoor de herkomst van de airbag niet achterhaald kon worden.
Volkswagen Up [kenteken 5]
Van de passagiersairbag waren de identificerende gegevens verwijderd waardoor de herkomst van de airbag niet achterhaald kon worden.
Volkswagen Polo [kenteken 6]
In dit voertuig was een versnellingsbak gemonteerd die origineel gemonteerd zat op een voertuig die als gestolen gesignaleerd staat.
Volkswagen Polo [kenteken 7]
Het in dit voertuig gemonteerde motorblok, transmissie en de radio, waren origineel gemonteerd in een voertuig die als gestolen gesignaleerd staat. De stuurairbag en de bijrijdersairbag waren origineel gemonteerd in een ander voertuig. Dit voertuig werd in 2016 aangetroffen en was op dat moment gestript van alle onderdelen, waaronder ook de airbags. Vermoedelijk zijn ook de gordels uit dit gestripte voertuig gemonteerd in het voertuig van [bedrijfsnaam 1] B.V.
Volkswagen Polo [kenteken 8]
De voorstoelen, de zitting achterin en mogelijk ook de portierruiten zaten origineel gemonteerd in een voertuig dat als gestolen gesignaleerd staat. De originele stoelairbags van de voorstoelen van de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 8] zijn aangetroffen in een werkplaats van [verdachte] .
Volkswagen Polo [kenteken 9]
Uit onderzoek in 2019 bleek dat een groot deel van de carrosserie niet bij dit voertuig hoort. De herkomst van deze delen van de carrosserie kon niet achterhaald worden. De stuurairbag en mogelijk nog meer onderdelen waren origineel gemonteerd in een voertuig dat als gestolen gesignaleerd staat. Tevens werd er nog een onderdeel aangetroffen dat uit een ander gestolen voertuig afkomstig was.
Volkswagen Polo [kenteken 10]
In dit voertuig waren meerdere onderdelen gemonteerd waarvan de identificerende kenmerken waren verwijderd.
Volkswagen Polo [kenteken 11]
De in dit voertuig gemonteerde passagiersairbag was ontdaan van de identificerende kenmerken. Gelet op de productiedatum van deze airbag is het zeer goed mogelijk dat deze afkomstig is uit hetzelfde voertuig als waaruit de onderdelen, die gemonteerd zitten in de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 8] . Dit betreft een gestolen voertuig. Verder blijkt dat de stuurairbag origineel gemonteerd zat in een Volkswagen T-Roc waarvoor een Nederlands kenteken is afgegeven. Er is geen melding bekend van diefstal van deze Volkswagen T-Roc, of van onderdelen ervan. Het is wel opmerkelijk aangezien een airbag niet zonder reden gedemonteerd wordt.
Skoda Fabia [kenteken 12]
In dit voertuig was een stuurairbag gemonteerd waarvan de identificerende kenmerken waren verwijderd. Tevens was er een passagiersairbag gemonteerd uit een ander voertuig, dit voertuig bleek gesloopt te zijn.
Volkswagen Polo [kenteken 13]
In dit voertuig waren meerdere onderdelen gemonteerd waarvan de identificerende kenmerken waren verwijderd. Daarnaast bleek dat de portierbekleding van het portier linksachter origineel gemonteerd was in een voertuig die als gestolen gesignaleerd staat. Ook bleek dat het vermogen van het voertuig hoger lag dan waarvoor een kenteken was afgegeven.
Volkswagen Polo [kenteken 14]
In dit voertuig bleken onderdelen te zijn gemonteerd waarvan de herkomst niet achterhaald kon worden. Bij in ieder geval de bijrijdersairbag kon dit niet omdat de identificerende kenmerken waren verwijderd.
Naar aanleiding van het verhoor werd de werkplaats van [verdachte] , gevestigd in het pand aan de [adres 3] te [plaats 1] , ter inbeslagname doorzocht. De werkplaats bevond zich op de begane grond. Boven op de werkplaats bevond zich een magazijn.
In het magazijn werden meerdere onderdelen van een gestolen voertuigen aangetroffen, dit betroffen drie portieren en een infotainment systeem. Verder werden meerdere onderdelen aangetroffen waarvan de identificerende kenmerken waren verwijderd.
Resumé
Uit onderzoek is gebleken dat in 12 van de 23 voertuigen afwijkingen werden geconstateerd. Het is zeer aannemelijk dat de onderdelen waarvan de identificerende kenmerken waren verwijderd ook van diefstal afkomstig zijn. Er is immers geen ander doel voor het verwijderen van de identificerende kenmerken dan het verhullen van de herkomst van de onderdelen. Dit houdt in dat in meer dan de helft van de voertuigen van [bedrijfsnaam 1] gestolen onderdelen werden aangetroffen.
Tevens werd in de werkplaats waar de voertuigen van [bedrijfsnaam 1] werden onderhouden ook gestolen onderdelen aangetroffen. Ook werden op een voertuig, waaraan zeer waarschijnlijk in dezelfde werkplaats onderhoud werd verricht, gestolen onderdelen aangetroffen.
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 506 tot en met p. 512):
In 2012 startte het strafrechtelijk onderzoek [onderzoeksnaam] naar de hoofdverdachte [verdachte] , [naam 1] en [naam 2] . Het betrof een strafrechtelijk onderzoek naar de handel in verdovende middelen (hennep), witwassen en deelname aan een crimineel samenwerkingsverband. De hoofdverdachten in het onderzoek waren [verdachte] , [naam 1] en [naam 2] en zijn veroordeeld voor de genoemde feiten naar aanleiding van dit onderzoek.
Op 18 december 2014 deed rechtbank Den Haag uitspraak naar aanleiding van onderzoek
[onderzoeksnaam] . De periode in de tenlastelegging en veroordeling voor witwassen begon op 01 januari 2012 en eindigde op 08 april 2014. De periode van witwassen voor [verdachte] , [naam 1] en [naam 2] was gelijk. Het is van belang om de voorwerpen van witwassen uit [onderzoeksnaam] te benoemen omdat het startvermogen dan [bedrijfsnaam 1] B.V. voortkomt uit [onderzoeksnaam] . [verdachte] werd door de rechtbank veroordeeld voor witwassen van de volgende voorwerpen:
Een contant geldbedrag van € 12.032,94
Een Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 15]
Een aanhangwagen Henra PL2 met kenteken [kenteken 16]
Een autoambulance Mercedez Benz 515 met kenteken [kenteken 17]
Een speedboot Bayliner 222 Classic.