ECLI:NL:RBDHA:2025:12705

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
683396
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot staken van inbreuk op auteursrechten in kort geding tussen SEEYOU B.V. en [gedaagde] B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juni 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen SEEYOU B.V. en [gedaagde] B.V. SEEYOU B.V. vorderde een verbod op inbreuk op haar auteursrechten met betrekking tot gepersonaliseerde gedenksieraden. SEEYOU, een ontwerper en producent van deze sieraden, stelde dat [gedaagde] B.V. inbreuk maakte door soortgelijke sieraden te verkopen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat SEEYOU onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar sieraden auteursrechtelijk beschermd zijn. De voorzieningenrechter oordeelde dat SEEYOU niet had voldaan aan haar substantiëringsplicht en dat de door haar gestelde auteursrechtelijke elementen niet voldoende waren onderbouwd. Hierdoor werd de vordering van SEEYOU afgewezen. Tevens werd SEEYOU veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde] B.V. tot een bedrag van € 15.892,-. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke onderbouwing van auteursrechtelijke claims in kort geding procedures.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/683396 KG ZA 25-317
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 26 juni 2025
in de zaak van
SEEYOU B.V.,
te Someren,
eiseres,
advocaat: mr. Y.J.P. Janssen te Venlo,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat: mr. D. Klein Velderman te Amersfoort.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘SeeYou’ en ‘ [gedaagde] ’.
Aanwezig is mr. H.D. Overbeek, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. R.W.J. Slits.
Tevens zijn aanwezig
  • [naam 1] en [naam 2] , vergezeld van mr. Janssen voornoemd;
  • [naam 3] en [naam 4] , vergezeld van mr. Klein Velderman voornoemd en mr. F.M.W. van Tol, advocaat te Amersfoort.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
SeeYou is een ontwerper en producent van gepersonaliseerde gedenksieraden. Dit zijn sieraden met daarin persoonlijke stoffen verwerkt, waaronder as, moedermelk, haar en melktandjes, maar ook vingerafdrukken en persoonlijke foto's. SeeYou verkoopt haar sieraden onder meer via haar website en via meer dan 700 verkooppunten.
1.2.
SeeYou biedt onder meer de hieronder afgebeelde sieraden aan (hierna: de SeeYou Sieraden):
1.3.
[gedaagde] houdt zich eveneens bezig met de verkoop van sieraden, waaronder gedenksieraden, zowel in haar winkel in [vestigingsplaats] als online, zoals via de websites [website 1] , [website 2] en Instagram. [gedaagde] ontwerpt zelf gedenksieraden en koopt van meerdere merken gedenksieraden in. Vanaf november 2021 kocht zij ook gedenksieraden in bij SeeYou. Vanaf 21 augustus 2024 levert SeeYou niet meer aan [gedaagde] .
1.4.
[gedaagde] biedt via voornoemde websites en Instagram onder meer de volgende sieraden aan (hierna: de [gedaagde] Sieraden):
1.5.
Bij sommatiebrief van 30 augustus 2024 heeft SeeYou [gedaagde] onder meer gesommeerd iedere auteursrechtinbreuk op de SeeYou Sieraden met onmiddellijke ingang te staken en een onthoudingsverklaring te ondertekenen.
1.6.
[gedaagde] heeft op 20 september 2024 (onder meer) als volgt gereageerd op de sommatiebrief van SeeYou, voor zover hier van belang:
Op 21 augustus 2024 zijn twee mede—eigenaresses van SeeYou onaangekondigd de winkel van Cliënte in [vestigingsplaats] binnengestormd waarbij zij hebben aangegeven de samenwerking onmiddellijk te stoppen. Tijdens dit onaangekondigde ‘bezoek’ waren er een aantal (vaste) klanten van Cliënte in de winkel in [vestigingsplaats] aanwezig. Cliënte is zeer ontstemt over de manier waarop de mede—eigenaresses van SeeYou richting Cliënte communiceerden en de manier waarop zij etalagemateriaal van Cliënte hebben weggenomen. Op een verzoek om het gesprek op een andere plek en in een rustiger toonzetting verder te voeren, werd geen gehoor gegeven.
(…)
Door SeeYou gestelde auteursrecht en inbreuk daarop
Vermeend auteursrecht
In uw brief wordt het standpunt ingenomen dat de getoonde SeeYou—modellen (1) nieuwe
en oorspronkelijke werken zijn en daardoor een eigen oorspronkelijk karakter hebben
alsmede (2) het persoonlijk stempel van de maker dragen, in casu SeeYou.
Cliënte is van mening dat de getoonde SeeYou—modellen niet nieuw en oorspronkelijk
zijn en daarmee niet een eigen oorspronkelijk karakter hebben.
Zoals blijkt uit de afbeeldingen die zijn bijgevoegd als Bijlage 1 bij deze brief, worden
overeenkomende modellen al geruime tijd op de markt aangeboden voor de datum van
oprichting van SeeYou.
Naar de mening van Cliënte wijken de SeeYou—modellen niet, althans niet in voldoende
mate, af van de eerder op de markt gebrachte overeenkomende modellen, zodat er geen
(nieuw) auteursrecht is ontstaan.
Het standpunt van SeeYou, namelijk: “De SeeYou-modellen hebben een bijzondere
vormgeving met designelementen die door See You zelf zijn bedacht en ontworpen.”,
betekent naar de mening van Cliënte niet dat daarmee voldaan is aan het vereiste van een
nieuw en oorspronkelijk karakter.
Stempel van de maker
SeeYou stelt het volgende: “De See You-model/en hebben een bijzondere vormgeving met
designelementen die door SeeYou zelf zijn bedacht en ontworpen.”
SeeYou heeft dit standpunt niet onderbouwd en Cliënte betwist dit standpunt dan ook.
Daarnaast lijkt het Cliënte onwaarschijnlijk dat SeeYou als ‘maker’ kan worden
aangemerkt, nu overeenkomende modellen op de markt zijn gebracht voor de oprichting
van SeeYou.
Resumerend
Cliënte betwist (i) dat aan SeeYou een auteursrecht toekomt op de door haar getoonde
modellen en (ii) SeeYou als ‘maker’ kan worden aangemerkt.
De bijlage bestaat uit 27 pagina’s, waarvan hieronder de eerste twee pagina’s worden afgebeeld:
1.7.
Het hierop volgende overleg tussen partijen heeft niet tot een oplossing geleid, waarna SeeYou op 27 september 2025 verhinderdata bij [gedaagde] heeft opgevraagd. Op 5 april 2025 heeft SeeYou opnieuw verhinderdata bij [gedaagde] opgevraagd, ditmaal onder toezending van een concept dagvaarding. Op 29 april 2025 is de dagvaarding betekend. Op 16 juni 2025 heeft SeeYou 30 bijlagen overgelegd.
1.8.
SeeYou vordert in deze procedure, samengevat weergegeven, een inbreukverbod op de auteursrechten van SeeYou, een verbod op onrechtmatig handelen jegens SeeYou en nevenvorderingen tot opgave, rectificatie en dwangsommen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten op de voet van artikel 1019h Rv, vermeerderd met de wettelijke rente.
1.9.
SeeYou heeft aan de vorderingen zowel inbreuk op haar auteursrechten als slaafse nabootsing ten grondslag gelegd. SeeYou heeft gesteld dat de door haar ontworpen sieraden volledig nieuw, uniek en karakteristiek zijn en alle een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker, SeeYou, dragen. De [gedaagde] Sieraden wekken stuk voor stuk dezelfde totaalindruk als de SeeYou Sieraden, want in de [gedaagde] Sieraden zijn steeds dezelfde auteursrechtelijke elementen uit de SeeYou Sieraden herkenbaar terug te vinden, zowel op zichzelf genomen als in hun combinatie. Daarnaast worden dezelfde gedenkkenmerken, zoals moedermelk, door [gedaagde] gebruikt en kennen ook de andere uiterlijke kenmerken dezelfde totaalindruk. Door het zonder toestemming openbaar maken, verveelvoudigen, aanbieden, verkopen en/of in voorraad houden van de inbreukmakende [gedaagde] Sieraden, maakt [gedaagde] krachtens de artikelen 1, 12 en 13 Aw [1] inbreuk op de auteursrechten van SeeYou. Verder handelt [gedaagde] door de verkoop van de [gedaagde] sieraden onrechtmatig jegens SeeYou in de zin van artikel 6:162 BW [2] . De SeeYou Sieraden hebben een eigen gezicht in de markt, omdat deze zich van andere gelijksoortige sieraden (‘het Umfeld’) onderscheiden in uiterlijke verschijningsvorm. In de Nederlandse markt zijn geen artikelen te vinden met hetzelfde unieke en karakteristieke uiterlijk van de SeeYou Sieraden. Er is sprake van nodeloos en ongeoorloofde, dus onrechtmatige nabootsing in de zin van artikel 6:162 BW, aldus SeeYou.
1.10.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van SeeYou, met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van SeeYou in de proceskosten op de voet van artikel 1019h Rv, vermeerderd met de wettelijke rente.
1.11.
De vorderingen van SeeYou komen niet voor toewijzing in aanmerking. De voorzieningenrechter zal dat hieronder toelichten.
1.12.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter moet daarom eerst beoordelen of SeeYou ten tijde van deze uitspraak bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de voorzieningenrechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
1.13.
SeeYou bestrijdt het spoedeisend belang aan de kant van SeeYou. SeeYou heeft op 27 september 2024 verhinderdata opgevraagd bij [gedaagde] , die kort daarna door [gedaagde] zijn verstrekt. Op 5 april 2025 ontving [gedaagde] opnieuw een verzoek om verhinderdata met een concept dagvaarding. Op 29 april 2025 is de dagvaarding betekend.
1.14.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het tijdsverloop niet zodanig is dat het belang van een voorziening voor SeeYou is komen te vervallen. Daarbij is van belang dat het gaat over een beweerdelijke inbreuk op auteursrechten, die nog altijd voortduurt ( [gedaagde] biedt de [gedaagde] Sieraden nog steeds aan), op grond waarvan SeeYou een spoedeisend belang bij het gevorderde verbod heeft.
1.15.
De voorzieningenrechter gaat er voorshands van uit dat de SeeYou sieraden zijn ontworpen door [naam 5] dan wel medewerkers van SeeYou. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam 5] , één van de oprichters van SeeYou en bedenker van het concept gepersonaliseerde gedenksieraden, verklaard dat hij in 2006 is begonnen met het ontwerpen van en de verkoop van gepersonaliseerde gedenksieraden. Door SeeYou zijn diverse van haar brochures overgelegd (uit 2015, 2016, 2016/2-17, 2018 en 2020) waarop steeds staat vermeld: ‘Memorial Jewelry, Designed by [naam 5] ’. [gedaagde] heeft betwist dat [naam 5] dan wel anderen in dienst van SeeYou de sieraden hebben ontworpen, maar nagelaten die betwisting verder te onderbouwen.
1.16.
De stellingen van SeeYou waarop zij haar vorderingen grondt, zijn toegespitst op een vergelijking van de SeeYou Sieraden met de [gedaagde] Sieraden, waarbij SeeYou in algemene bewoordingen het standpunt inneemt dat alle kenmerken van de SeeYou Sieraden in de [gedaagde] Sieraden zijn overgenomen. Hoewel de sieraden in vergaande mate op elkaar lijken, is door [gedaagde] gemotiveerd betwist dat de SeeYou Sieraden auteursrechtelijk beschermde werken zijn. Zowel in de bijlage bij haar brief van 20 september 2024 (zie 1.6) als in de – ten opzichte van de bijlage bij de brief – verder uitgebreide productie 3 bij haar conclusie van antwoord heeft [gedaagde] tegenover de sieraden van SeeYou andere overeenkomende sieraden gepresenteerd die volgens gegevens van de
Wayback Machine [3] voor de gestelde ontwerpdatum van het SeeYou Sieraad op de markt waren. SeeYou heeft nagelaten haar stellingen – naar aanleiding van deze gemotiveerde betwisting – nader te onderbouwen. Zo heeft SeeYou niet duidelijk gemaakt welke (auteursrechtelijke) kenmerken van de SeeYou Sieraden maken dat de sieraden oorspronkelijk zijn. Om als auteursrechtelijk werk beschermd te kunnen zijn in de zin van artikel 10 Aw [4] , moet het voortbrengsel immers een eigen intellectuele schepping van de maker zijn die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk. [5] Ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de Aw, mits die selectie het persoonlijk stempel van de maker draagt (een eigen intellectuele schepping van de auteur is). Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. [6]
1.17.
De keuzes van de maker mogen niet louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze; de verschillende manieren om een idee uit te voeren zijn dan zodanig beperkt dat het idee samenvalt met de uitdrukking ervan en de auteur onmogelijk uitdrukking kan geven aan zijn creatieve geest en tot een resultaat kan komen dat een eigen intellectuele schepping vormt. [7] Of aan voornoemde maatstaf is voldaan, dient te worden beoordeeld naar de situatie op het moment waarop het voortbrengsel tot stand is gebracht.
1.18.
SeeYou heeft dus, tegenover de gemotiveerde betwisting door [gedaagde] , voorshands onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de SeeYou Sieraden auteursrechtelijk beschermde werken zijn in de zin van de auteurswet. Hiertoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
1.19.
Gelet op de uitgebreid onderbouwde betwisting door [gedaagde] in haar brief van 20 september 2024 (1.6) had het op de weg van SeeYou gelegen conform de substantiërings- en bewijsaandraagplicht van artikel 111 lid 3 Rv in haar dagvaarding deze verweren van [gedaagde] te noemen en stukken aan te dragen ter staving van de door [gedaagde] betwiste stellingen. In de dagvaarding – uitgebracht ruim zeven maanden na de brief van [gedaagde] – ontbreken echter de verweren uit die brief en de weerlegging daarvan. Evenmin wordt in de dagvaarding verwezen naar, dan wel een beroep gedaan op (bewijs)stukken. Er zijn geen producties genoemd in of gevoegd bij de dagvaarding. Eerst op 16 juni 2025 – ruim zes weken na het uitbrengen van de dagvaarding – heeft SeeYou 30 bijlagen overgelegd (waaronder de brief van [gedaagde] van 20 september 2024) zonder deze bijlagen toe te lichten.
1.20.
In de dagvaarding heeft SeeYou evenmin nader onderbouwd (ten opzichte van haar sommatiebrief van 30 augustus 2024, zie 1.5) uit welke (auteursrechtelijk beschermde) kenmerken de verschillende SeeYou Sieraden bestaan en dat deze ten opzichte van de door [gedaagde] bij haar brief gevoegde afbeeldingen van eerdere sieraden – het zogenaamde vormgevingserfgoed of ‘Umfeld’ – nieuw en oorspronkelijk zijn. In de dagvaarding worden 19 SeeYou Sieraden vergeleken met de volgens SeeYou overeenstemmende [gedaagde] Sieraden, waarover SeeYou alleen in algemene bewoordingen opmerkt dat in de [gedaagde] Sieraden steeds dezelfde auteursrechtelijke kenmerken uit de SeeYou Sieraden herkenbaar terugkomen, zowel op zichzelf genomen als in hun combinatie. In de daaropvolgende één-op-één vergelijkingen staat steeds vermeld dat
‘sprake is van een exacte kopie’, ‘
alle kenmerkende onderdelen zijn overgenomen’en de sieraden ‘
een identieke dan wel sterkgelijkende totaalindruk kennen’. De feitelijke onderbouwing van de kenmerkende onderdelen ontbreekt. Daarnaast stelt SeeYou dat [gedaagde] dezelfde gedenkkenmerken, zoals moedermelk, gebruikt. Voor zover SeeYou heeft bedoeld dit als auteursrechtelijk beschermd kenmerk aan te duiden, heeft te gelden dat het concept van gedenksieraden met gedenkkenmerken zoals as, moedermelk of vingerafdrukken, niet voor bescherming via het auteursrecht in aanmerking komt. Voor de beoordeling of een voortbrengsel een auteursrechtelijk beschermd werk is, gaat het immers om de uitwerking van dat concept en de daarbij door de ontwerper gemaakte vrije creatieve keuzes.
1.21.
In de ter zitting voorgedragen pleitnota van SeeYou – waarin voor het eerst een beroep wordt gedaan op en toelichting wordt gegeven op een deel van de overgelegde 30 bijlagen – wordt ook niet feitelijk onderbouwd waaruit de auteursrechtelijk beschermde elementen van het eigen sieraad bestaan. De voorzieningenrechter heeft hierop nog doorgevraagd, waarna meerdere malen werd gewezen op dezelfde vorm van het zetkastje. Dit is bijvoorbeeld het rondje, klavertje of het hartje waarin de van epoxylijm gemaakte ‘steen’ met daarin het gedenkkenmerk (as, moedermelk, etcetera) wordt geplaatst. De door SeeYou gebruikte vormen komen in het door [gedaagde] aangehaalde en niet door SeeYou betwiste ‘Umfeld’ echter veelvuldig voor. Dat SeeYou bij het ontwerpen van de vormen van haar sieraden dusdanige creatieve keuzes heeft gemaakt, dat er een nieuw en oorspronkelijk werk is ontstaan, is door SeeYou in het kader van dit kort geding niet feitelijk onderbouwd.
1.22.
Op grond van artikel 120 lid 4 Rv kan de voorzieningenrechter bij niet-inachtneming van de substantiërings- en bewijsaandraagplicht van artikel 111 lid 3 Rv daaraan de gevolgtrekking verbinden die zij geraden acht. Uit het voorgaande volgt dat SeeYou – ook nadat hierdoor uitdrukkelijk op is gewezen en doorgevraagd door de voorzieningenrechter – alsnog aan haar substantiëringsplicht heeft voldaan door de auteursrechtelijk beschermde elementen van haar sieraden te specificeren. Onder deze omstandigheden is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat niet aannemelijk is dat de SeeYou Sieraden auteursrechtelijk beschermde werken zijn, zodat het gevorderde verbod en de daarmee samenhangende nevenvorderingen worden afgewezen. Het gevorderde verbod op grond van onrechtmatige daad (slaafse nabootsing) wordt eveneens afgewezen, nu SeeYou – tegenover de betwisting door [gedaagde] – voorshands niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar sieraden een ‘eigen gezicht’ hebben in de relevante markt.
1.23.
SeeYou zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (inclusief nakosten) van [gedaagde] worden veroordeeld. [gedaagde] heeft specificaties van haar advocaatkosten (exclusief BTW) overgelegd van in totaal € 18.241,70.
1.24.
De onderhavige zaak is een zaak ter handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de zin van artikel 1019 Rv. Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. Deze zaak valt, gelet op het relevante feitencomplex en de grondslagen van de vorderingen, naar het oordeel van de voorzieningenrechter onder de categorie normaal kort geding met een maximumtarief van € 15.000,-. De voorzieningenrechter zal de door [gedaagde] gemaakte en gespecificeerde advocaatkosten tot dat maximumbedrag toewijzen. Het meer gevorderde zal worden afgewezen.
1.25.
Het bedrag van € 15.000,- wordt vermeerderd met het griffierecht van € 714,- en de nakosten van € 178,-, waarmee het totaalbedrag uitkomt op € 15.892,- (plus de verhoging van de nakosten in geval van betekening zoals vermeld in de beslissing).

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
2.1.
wijst de vorderingen af;
2.2.
veroordeelt SeeYou in de proceskosten van € 15.892,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als SeeYou niet tijdig aan de veroordeling voldoet en dit proces-verbaal daarna wordt betekend;
2.3.
veroordeelt SeeYou tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
2.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
WAARVAN PROCES-VERBAAL,
…………………………………. …………………………………
mr. R.W.J. Slits mr. H.D. Overbeek

Voetnoten

1.Auteurswet.
2.Burgerlijk Wetboek.
3.Dit is een digitale bibliotheek van gearchiveerde webpagina’s die teruggaat tot 1996, opgezet en beheerd door het Internet Archive, een non-profit organisatie en te raadplegen via https://web.archive.org/.
4.Auteurswet.
5.HvJEG 16 juli 2009, ECLI:EU:C:2009:465, C-5/08 (Infopaq I) en HvJEU 1 december 2011, ECLI:EU:C:2011:798, C-145/10 (Painer).
6.Hoge Raad 30 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra-tapes).
7.Hoge Raad 16 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8940, (Lancôme / Kecofa).