In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2025, is het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Syrische Palestijn, had op 28 september 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag afgewezen op 24 september 2024, met het argument dat eiser zich schuldig zou hebben gemaakt aan handelingen zoals beschreven in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, op basis van een individueel ambtsbericht (IAB) van de AIVD. Dit IAB stelde dat eiser betrokken was bij een cel van IS die aanslagen plande in Syrië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feitelijke gedragingen die eiser worden verweten niet blijken uit de onderliggende stukken van het IAB, waardoor het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de minister opgedragen een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag. Tevens zijn de proceskosten van eiser vergoed.