ECLI:NL:RBDHA:2025:13026
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie
Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij een eiser, geboren in Gambia, een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep van de eiser tegen deze beslissing beoordeeld zonder zitting. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, omdat het beroepschrift niet de vereiste gronden van beroep bevatte. De rechtbank had de gemachtigde van de eiser eerder in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen, maar op de gestelde termijn was er geen reactie gekomen. De gemachtigde had zich bovendien onttrokken aan de procedure zonder een nieuwe gemachtigde aan te stellen. Hierdoor bleef het bestreden besluit van de minister in stand en kreeg de eiser geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gepseudonimiseerd gepubliceerd op rechtspraak.nl.