ECLI:NL:RBDHA:2025:13027

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
NL25.19878
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een Gambiaanse verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de asielaanvraag op basis van de Dublin-regelgeving. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld en geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien de rechtbank op dezelfde dag uitspraak had gedaan op het beroep. Het verzoek om voorlopige voorziening is daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gepseudonimiseerd gepubliceerd op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.19879

uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 juli 2025 in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

geboren [geboortedatum],
van Gambiaanse nationaliteit,
V-nummer: [v-nummer:],
(gemachtigde: mr. F. van Dijk),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding1.De minister heeft eisers aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd met het bestreden besluit van 28 april 2025 niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag.

1.1.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. [1] Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting. [2]

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Tesfai, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Strating, griffier, op 17 juli 2025 en gepseudonimiseerd gepubliceerd op rechtspraak.nl.
de griffier de voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Dit beroep staat geregistreerd onder zaaknummer: NL25.19878.
2.Op grond van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht.