In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 22 juli 2025, gaat het om een beroep van eiseres tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres heeft een asielaanvraag ingediend op 23 oktober 2023, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank oordeelt dat de minister alsnog een besluit moet nemen op de aanvraag, rekening houdend met het '8+8 wekenmodel'. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De minister moet ook de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten door middel van een verzetschrift binnen zes weken na verzending.