Op 10 juli 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2003, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De officier van justitie had op 7 juli 2025 een verzoek ingediend voor de voortzetting van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 4 juli 2025 was genomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juli 2025 was de betrokkene niet in staat om haar mening te geven, wat leidde tot een voortzetting van de zitting zonder haar aanwezigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en suïcidaliteit. De rechtbank heeft op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en eerdere jurisprudentie, waaronder een arrest van de Hoge Raad, besloten om de crisismaatregel voort te zetten en aanvullende vormen van verplichte zorg toe te voegen. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 31 juli 2025. De beschikking is gegeven door rechter M.F. Baaij, bijgestaan door griffier J.J. Urena Encarnacion, en is uitgesproken ter openbare zitting.