Deze uitspraak betreft de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, een alleenstaande minderjarige vreemdeling uit Sierra Leone, door de Minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft op 27 juli 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze is op 10 januari 2025 afgewezen. De rechtbank heeft de afwijzing beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser, die onder andere stelde dat hij vreest voor vervolging door de politie in Sierra Leone na de dood van zijn broer tijdens een demonstratie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de asielaanvraag terecht als ongegrond heeft afgewezen, omdat de geloofwaardig bevonden asielmotieven niet voldoende zijn om een verblijfsvergunning te verlenen. De rechtbank oordeelt dat er adequate opvang voor eiser beschikbaar is in Sierra Leone, en dat de minister voldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie van eiser en zijn moeder. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en veroordeelt de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange op 24 juli 2025.