3.1.Verweerder heeft eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig gevonden. Verweerder acht zowel eisers problemen vanwege zijn seksuele gerichtheid als de problemen met de Aje ongeloofwaardig. Zo heeft eiser zijn verklaringen ten aanzien van deze asielmotieven niet onderbouwd met objectieve documenten, vormen zijn verklaringen geen samenhangend en aannemelijk geheelen kan eiser in grote lijnen niet als geloofwaardig worden beschouwd, omdat eisers gedragingen niet wijzen op een oprechte noodzaak voor een asielaanvraag.Eiser heeft daarom geen vrees voor vervolging in vluchtelingrechtelijke zinen hij loopt geen reëel risico op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM.Verweerder heeft eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiser verklaringen heeft afgelegd die kennelijk inconsequent en tegenstrijdig zijn, eiser zijn aanvraag enkel heeft ingediend om zijn uitzetting of overdracht uit te stellen of te verijdelenen eisers aanvraag een opvolgende aanvraag is, die niet niet-ontvankelijk is verklaard.Tot slot is aan eiser een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit. Eiser verzoekt om hetgeen in de zienswijze naar voren is gebracht als herhaald en ingelast te beschouwen. Ten aanzien van de geloofwaardigheidsbeoordeling hanteert verweerder een te formele benadering. Verweerder legt in strijd met Europese jurisprudentie ten onrechte de bewijslast volledig bij eiser, terwijl hij coherente en plausibele verklaringen heeft afgelegd. Eiser is bijzonder kwetsbaar nu hij homoseksueel is, te maken heeft met een religieus conflict en slachtoffer van eerwraak is geworden. Als hij moet terugkeren naar Nigeria, loopt hij het risico op schending van artikel 3 van het EVRM.Verweerder heeft verder de aanvraag ten onrechte afgedaan als kennelijk ongegrond. Ten slotte heeft verweerder ondeugdelijk gemotiveerd waarom de vreemdelingenbewaring wordt voortgezet.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank geeft eiser geen gelijk. De rechtbank zal dit oordeel hieronder uitleggen.
6. Voor zover eiser in beroep verwijst naar zijn standpunten uit de zienswijze en deze herhaalt, gaat de rechtbank hieraan voorbij. Verweerder heeft op deze standpunten immers in de besluitvorming gemotiveerd gereageerd en eiser heeft niet inzichtelijk gemaakt waarom deze motivering niet juist is, hetgeen wel op zijn weg had gelegen.
De geloofwaardigheidsbeoordeling
7. De meervoudige kamer van deze rechtbank heeft op 6 maart 2025 uitspraak gedaan over de nieuwe werkwijze van verweerder voor de geloofwaardigheidsbeoordeling.Uit deze uitspraak volgt dat de nieuwe werkwijze geen verhoogde bewijsmaatstaf bevat die in strijd is met het Unierecht. Wel moet verweerder alle omstandigheden in een specifiek geval altijd in samenhang beoordelen om tot een conclusie over de geloofwaardigheid te komen. De cumulatieve voorwaarden uit artikel 31, zesde lid, van de Vw kunnen dus niet als strikte checklist worden getoetst door verweerder. Eisers beroepsgrond dat de werkwijze van verweerder met betrekking tot de geloofwaardigheidsbeoordeling op zichzelf in strijd is met het Unierecht en verweerder de beantwoording van de prejudiciële vragenhad moeten afwachten voordat hij op de asielaanvraag had besloten, slaagt dus niet.