ECLI:NL:RBDHA:2025:14944
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 8 augustus 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 23 april 2025 niet in behandeling genomen, omdat Slowakije verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft besloten geen zitting te houden, omdat partijen daarmee instemden.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiser heeft niet aangetoond dat er tekortkomingen zijn in de asielprocedure of opvang in Slowakije die het interstatelijk vertrouwensbeginsel ondermijnen. De rechtbank stelt vast dat Nederland een verzoek om overname aan Slowakije heeft gedaan, dat is aanvaard. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat zijn rechten in Slowakije in gevaar zijn, en zijn vrees voor pushbacks en discriminatie is niet onderbouwd.
De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die maken dat de overdracht aan Slowakije onevenredig hard zou zijn. Het beroep wordt afgewezen, en de rechtbank verklaart het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag in stand. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.