Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
[geboortedatum] 1996. Hij heeft op 6 januari 2023 en op 5 april 2025 een asielaanvraag in Nederland ingediend. Uit door verweerder verricht onderzoek in Eurodac is gebleken dat eiser op 9 juni 2015 in Duitsland een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend. Op 1 mei 2025 heeft Nederland aan Duitsland verzocht om eiser terug te nemen op grond van artikel 18, eerste lid, aanhef en onder d, van Verordening (EU) nr. 604/2013 (Dublinverordening). Duitsland heeft dit terugnameverzoek op 5 mei 2025 aanvaard.
24 januari 2023 heeft allereerst betrekking op een eerdere procedure van eiser die in rechte vaststaat. Niet is onderbouwd wat de meerwaarde is van dit stuk voor de huidige procedure. Bovendien heeft eiser in de huidige procedure, waaronder tijdens het aanmeldgehoor van
24 april 2025, alle van belang zijnde feiten en omstandigheden naar voren kunnen brengen. De beroepsgrond slaagt niet.
Beslissing
mr. T.M.M. Plukaard, griffier.