ECLI:NL:RBDHA:2025:15080
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vrijheidsbeperkende maatregel en plaatsing op de HTL van een Turkse asielzoeker
Op 13 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een Turkse asielzoeker, eiser, beroep aantekende tegen een vrijheidsbeperkende maatregel en zijn plaatsing in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COa). Eiser was van mening dat de maatregel onterecht was opgelegd en dat deze onevenredige gevolgen voor hem had. De rechtbank behandelde de beroepen gelijktijdig met een verzoek om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 1 augustus 2025 werd eiser vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. F. Hoppenbrouwer, en een tolk. De rechtbank concludeerde dat de beroepen ongegrond waren. De rechtbank oordeelde dat het COa terecht had besloten tot plaatsing in de HTL, gezien de eerdere incidenten waarbij eiser betrokken was geweest, waaronder bedreigingen aan het adres van COa-medewerkers. De rechtbank vond dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat het plaatsingsbesluit onevenredige gevolgen voor hem had. Ook het GZA-akkoord, dat bevestigde dat er geen medische belemmeringen waren voor de plaatsing, werd door de rechtbank als voldoende gemotiveerd beschouwd. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding af en verklaarde de beroepen ongegrond.