AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag, overschrijding beslistermijn en oplegging dwangsom
Op 20 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. M.C.M.E. Schijvenaars, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, is overschreden. Hierdoor heeft de rechtbank verweerder, de minister van Asiel en Migratie, opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen op de asielaanvraag. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat verweerder deze termijn overschrijdt.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder in de proceskosten van eiser veroordeeld tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en is openbaar gemaakt. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de wettelijke vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit en heeft vastgesteld dat aan deze vereisten is voldaan. De rechtbank heeft ook de geldigheid van eerdere besluiten en wijzigingen in de Vreemdelingencirculaire beoordeeld, en geconcludeerd dat de verlenging van de beslistermijn onvoldoende is gemotiveerd.
Eiser heeft het recht om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak. De rechtbank heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet 2000 in haar overwegingen betrokken, en heeft de zaak als lichtgewicht gekwalificeerd, gezien de aard van de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
8.Besluit van 27 december 2023, nummer WBV 2023/26, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2024, 473.
9.Besluit van 14 januari 2025, nummer WBV 2025/4, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2025, 1161.
11.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
12.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
13.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
14.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.