AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
Op 20 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Bom, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank heeft verweerder, de minister van Asiel en Migratie, opgedragen om uiterlijk op 16 oktober 2025 een besluit bekend te maken. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat de termijn wordt overschreden. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder in de proceskosten van eiser veroordeeld tot een bedrag van € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
4.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
6.Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
8.Besluit van 27 december 2023, nummer WBV 2023/26, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2024, 473.
9.Besluit van 14 januari 2025, nummer WBV 2025/4, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2025, 1161.
11.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
12.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
13.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
14.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.